Jos de Louw – Leraar Nederlands op het Mondriaan College in Oss, organisator en oprichter van het Brabants Wielercafé dat reeds 10 jaar zeer succesvol bestaat.
Mijn passie al jong herkend
“Al sinds ik zelf op de basisschool zat, wilde ik leraar worden”, vertelt Jos de Louw. “Dat trok mij wel. Vooral het (h)erkend en gewaardeerd worden vond ik fijn. Dat wilde ik ook voor anderen kunnen betekenen. Die passie zat er gewoon al vroeg in dus. Ik speelde regelmatig schooltje met mijn neefjes en nichtjes, dat doet niet iedereen”.
“De puberleeftijd was voor mij een wat lastigere periode op school. Ik kon niet goed meekomen op de HBS en was liever buiten aan het voetballen in plaats van met school bezig te zijn. Ik moest daardoor van het TBL in Oss af en moest naar de mavo in Ravenstein om mijn laatste jaar te halen. Dat was een grote ommekeer voor mij. Het was een kleine school met een gemoedelijke sfeer en iedereen kende elkaar bij naam. Door zowel de directeur als een leraar van die school, werd mij gezegd dat het worden van leraar echt iets voor mij was. Voornamelijk omdat zij de rust en het geduld in mij als persoon zo konden waarderen. Blijkbaar moest het weer eens gezegd worden door iemand anders, dat was fijn. Mijn passie zat er dus nog wel, maar moest weer worden aangewakkerd. Na dit besef ben ik de Havo top gaan doen die overliep in de Pabo, de opleiding voor leraren. Sindsdien heb ik het onderwijs niet meer verlaten.“
Eerst verbinden en dan presteren
“Ik wil de nieuwe generatie graag op zowel sociaal gebied als op het gebied van kennis rondom mijn vak Nederlands dingen bijbrengen. Ik wil meehelpen om er leuk volk van te maken. Dat klinkt misschien wat prestigieus”, lacht Jos, “maar zo bedoel ik het niet. Regelmatig heb ik teruggekregen van ouders van leerlingen dat ik hun kind meer mee heb gegeven dan wat er in het boek stond. Dat doet mij goed, daar doe ik het voor. Als je een prettig contact hebt met leerlingen, zorgt dat ervoor dat ze ook de oefeningen uit het boek net wat makkelijker maken. Dat doen ze dan een beetje voor mij, maar helpen zichzelf daar
ook verder mee.”
Wanneer gaat Jos lekker naar huis aan het eind van de dag? ”Als de leerlingen de les uitlopen en uit zichzelf ‘prettig weekend meneer’ zeggen, dan zit het goed. Het écht contact hebben met leerlingen, dat vind ik mooi! Als je contact maakt met leerlingen, hebben zij ook het gevoel dat ze gezien en gewaardeerd worden. Kinderen moeten lekker in hun vel kunnen zitten tijdens mijn lessen.”
Passie moet je versterken!
“Voor veel kinderen is het nog lastig om hun kwaliteiten en ‘dingen die ze leuk vinden’ te benoemen. Dat vinden ze gewoon heel lastig. Kinderen moeten al vroeg keuzes maken die bepalend zijn voor hun verdere carrière. Een paar jaar geleden wilden kinderen bijvoorbeeld allemaal ‘manager’ worden, zonder dat ze precies wisten wat het inhield. Wat mij betreft gaat het erom dat je dingen gaat doen waar je blij van wordt! Natuurlijk is het handig als je je brood ermee kunt verdienen. Maar over het algemeen geldt: Word je er blij van? Dan is het goed!”
“Je ziet passie vaak ook wel in de klas. Sommige kinderen zijn namelijk al bezig met hun passie. We hebben bijvoorbeeld een leerling die goed kan handelen op marktplaats. Hier speel ik mee. Soms geef ik ruimte om hier even mee bezig te zijn. Soms moeten leerlingen ook gewoon even opletten in de klas, maar ik vind het belangrijk om welke passie dan ook te voeden!
Brabants Wielercafé – passie voor wielrennen
“Toen ik Nederlands ben gaan studeren, ontmoette ik een oud collega Peet Kappen, die ook weer was gaan studeren. Beiden hadden we de liefde voor de wielersport meegekregen van onze ouders. Wij speelde al heel vroeg ‘Tour de France-je’. Na elke etappe hadden wij in de wijk ook een etappe. De winnaar van de vriendjes reed vervolgens met een geel t-shirt door de wijk heen”, lacht Jos.
“Peet en ik zeiden bijna tegelijk dat het mooi zou zijn om een avond te organiseren waarin deze passie gedeeld en uitgedragen kon worden. Als er dan 25 man op af zou komen, zo zeiden we, was het succesvol. Dus dat zijn we gaan doen! De eerste avond zat er 120 man binnen.”
“We bieden interviews, columns, muziek en mooie beelden uit heden en verleden. Dit doen we in een vorm zoals het televisieprogramma ‘De wereld draait door’. We proberen zoveel mogelijk afwisseling in het programma te bieden, maar altijd gaat het over de romantiek van de wielersport. Daarnaast brengen we ook bijna elke keer het boekje ‘Helden’ uit. Dat was wel leuk, Bert Wagendorp besteedde bij het eerste nummer aandacht aan het boekje in de Volkskrant. Dat zorgde ervoor dat we met een vliegende start konden beginnen. Helaas hebben we daar tegenwoordig wat minder tijd voor, dat heeft de uitgever overgenomen.”
“De laatste jaren organiseren we, samen met mijn zoon Tom de Louw, deze avonden in de Groene Engel in Oss. We vullen twee keer per jaar de hele zaal. 350 Wielerliefhebbers bij elkaar in één ruimte. Toen Michael Boogerd kwam, was de zaal binnen 10 minuten uitverkocht, dat is toch mooi.”
Om een beeld van de gasten te geven: Adrie van de Poel, Hennie Kuiper, Eric Dekker, Laurens ten Dam, Jan Janssen, Joop Zoetemelk, Jelle Nijdam zijn namen van gasten die aanwezig zijn geweest bij het Brabants Wielercafé. “Het organiseren van deze avonden kost ons totaal geen moeite meer. We bereiden dit tot in de puntjes voor en dan loopt het. Geen zenuwen of iets dergelijks. Ik weet nog dat ik meer gespannen was voor een lesbezoek van een teamleider bij ons op school, in het kader van kwaliteit, dan de avond die we organiseerden bij de Grand Départ van de Tour de France in Utrecht waar zelfs camera’s van RTV Utrecht bij aanwezig waren”.
Al pratende komen we erachter dat passie draait om een mix van vaardigheden en kwaliteiten die al in je zitten (daar ben je van nature goed in en ontwikkel je steeds verder), iets waar je blij en gelukkig van wordt en iets waar je vakman in bent (een vak waar je goed in bent).
Op zoek naar jou passie?
Tip: Wat Jos betreft begin je met de vraag: “Waar word ik nou blij van?”. En soms, moet je ook van anderen een duwtje in de rug krijgen om je kwaliteiten te zien. Vervolgens ga je je ontwikkelen en word je een steeds betere vakman of vakvrouw.